'Happiness is a place' luidt de leus van het Bhutaans Bureau voor Toerisme, en die plek heet uiteraard Bhutan. Vandaag wil ik wat meer vertellen over de unieke kijk van Bhutan op geluk en ontwikkeling.
Toen de toenmalige koning in 1987 van een westerse journalist allemaal lastige vragen voor de kiezen kreeg over het lage Bruto Nationaal Product van het land, antwoordde hij dat hij meer waarde hechtte aan Bruto Nationaal Geluk (BNG) dan aan Bruto Nationaal Product. Dit zou je kunnen beschouwen als een flauwe oneliner, of een manier van de politiek leider om de economische zwakte van zijn land te verbloemen. Maar in de loop van de decennia heeft het concept BNG zich ontwikkeld tot een uiterst serieuze zaak.
Ik tref een land dat weliswaar met een been in de middeleeuwen staat, en met het andere probeert om -op haar geheel eigen wijze- voet aan de grond te krijgen in de 21ste eeuw
Beleidsmakers zijn dag in, dag uit bezig om het geluk in kaart te brengen (een best lastige klus, want hoe meet je nu geluk?) en het toetsen van nieuw beleid aan de vraag 'draagt het toe aan het geluk van de bewoners?'. Als het antwoord negatief is, wordt het nieuwe beleid niet geïntroduceerd. Want Bhutan is kritisch en kieskeurig en neemt niet zomaar alle moderne ontwikkelingen over. Zo liet de introductie van de TV tot 1999 op zich wachten. Ze trekken lering uit ontwikkelingen die al veel eerder in het westen zijn gedaan, en nemen alleen die punten over, die bijdragen aan het geluk in Bhutan, zonder ten koste te gaan van het milieu en de unieke cultuur.
Platteland nabij Punakha met kerst sterren (poinsettia)
Overigens wil de focus op Bruto Nationaal Geluk niet zeggen dat Bhutan daarmee ook het gelukkigste land ter wereld is. Wel is het uniek dat een land het geluk van de bewoners meer prioriteit geeft dan materiële rijkdom en economische groei. Economische groei is geen doel op zich, maar een middel om belangrijkere doelen te bereiken.
De frisse kijk op 'ontwikkeling', gedefinieerd in termen van welzijn boven welvaart is bijzonder interessant. Beleidsmakers van over de hele wereld tonen nu interesse in de Bhutanese aanpak.
Ik tref een land dat weliswaar met een been in de middeleeuwen staat, en met het andere probeert om -op haar geheel eigen wijze- voet aan de grond te krijgen in de 21ste eeuw. Heel bijzonder! Het ene moment drink ik een sjieke cappuccino op het leistenen terras van een luxe resort en na nog geen uurtje wandelen verder sta ik in een tempel waar de tijd sinds de 15e eeuw heeft stilgestaan en monniken vanaf een bamboe steiger nieuwe diamantjes plaatsen op een immens groot Boeddhabeeld.
Mieke met onze lokale vertegenwoordiging in een eenvoudig restaurantje
Tot slot: dat Bhutanezen van chilipepers houden blijkt maar al te waar. Daarbij maak ik de kanttekening dat de hotelrestaurant ook milde gerechten serveren, dus er is voor elk wat wils. Maar de locals zien het zelf graag wat pittiger. Die gewenning aan pittig eten begint overigens al vroeg. Waar wij Nederlanders en Belgen bij baby's lopen te tutten met een bananenprakje hier en een courgettekwakje daar, kreeg dit eenjarige meisje, net uit bed na haar middagslaapje, een kommetje pure chilipepers in de handen gedrukt. Tot mijn verbazing peuzelde ze het zonder blikken of blozen op. Respect!
kindervoeding: een kommetje pure chilipepers! Mieke met op de achtergrond de Punakha Dzong
Bekijk onze Bhutan reizen pagina voor meer informatie over dit land. Vergeet ook niet Miekes eerste Bhutan blog te lezen waarin ze uitlegt waarom het land haar zo facineert!
En lees ook de volgende blog van Mieke vanuit Bhutan.