Het was een bijzondere ervaring om een vrij onbekend en arm land te bezoeken. We hadden wel enig idee, maar het was veel groter, kaler en ook frisser dan gedacht. Dat kan mogelijk aan het seizoen hebben gelegen. Veel RN-wegen waren heel slecht en snelheid maken is dan onmogelijk. Hiermee echter niets ten nadele van het land en de mensen.
De algemene indruk is positief, de mensen zijn meestal vriendelijk en vrolijk. In het zuiden is het gedrag wat agressiever, zo van “money first before picture”. Er wordt heel veel gebedeld, door iedereen, kinderen vragen meteen om “bonbon, cadeau of argent”.
Een reis als deze wordt natuurlijk voor een groot deel bepaald hoe goed je met de gids/chauffeur overweg kan, of hij alleen de reis uitvoert of ook mee wil denken met ons en onze wensen. Wij vonden onze gids Valantin Andriantoy heel prettig, hij leefde zich goed in onze wensen in, sprak goed Engels. De wijze waarop Valentin reed over wegen en om gaten, met allerlei soorten verkeer verdient alle lof. De auto was schoon en werd goed onderhouden. De 4WD reed prima en afgezien van een lekke band traden er geen problemen op. Deze heeft hij gerepareerd terwijl wij in het regenwoud liepen.
Valentin vroeg of wij nog speciale wensen hadden. Mijn man wilde heel graag foto’s maken en cd’s kopen van originele valiha muziek. Daar heeft Valentin uitgebreid naar geïnformeerd en uiteindelijk een muzikant gevonden in Ambrositra die cd’s te koop had tijdens een leuke lunch met zang en dans.
De restaurants waar we lunchten hadden allemaal een gevarieerde kaart, waren schoon en netjes. De zebu’s zijn ook bijzonder, ze smaken voortreffelijk, maar doen het ook mooi op de foto. Later, zei hij dan, in het zuiden komen de grote kuddes langs die op weg zijn naar Antananarivo voor de slacht, dan kan je pas foto’s maken. Dat klopte ook. Hij gaf veel bijzonderheden over plaatsen waar we langs kwamen en heengingen.
De nationale parken bezochten we met lokale gidsen. Deze zijn behulpzaam, leggen veel uit over de dieren die je ziet, maar vaak hebben ze nog een spoorzoeker en/of een trainee bij zich. Dat is iets minder, want soms spreken die nauwelijks Engels of zijn van verlegenheid onverstaanbaar.
Het beroep van gids is sterk in opkomst en ook in alle talen. Begrijpelijk want toerisme is een belangrijke bron van inkomsten.
In alle nationale parken zijn looppaden aangelegd, zodat je goed de gidsen kan volgen. Klimmen en klauteren hoort erbij, zeker als je die paden verlaat om de dieren beter te spotten en (betere) foto’s te maken.
In Ranomafana was het wel heel druk tijdens zo’n tocht in het regenwoud en sta je met 20 tot 30 man naar die ene lemur te kijken en probeer je foto’s te maken. Zoveel mensen maken de dieren onrustig, dus die verdwijnen. Gevolg: de massa dendert dwars door het bos, achter de spoorzoekers aan die de nieuwe locatie per telefoon doorgeven. We hebben veel prachtige lemuren, sifaka's, indri’s en reptielen gezien en op de foto gezet.
De accommodaties waren allemaal voldoende, de meesten hadden iets van elektrische bijverwarming want de meeste kamers, ten noorden van Ihosy, waren best wel koud. De temperaturen bleven onder onze verwachtingen.
In het hotel in Fianarantsoa, Ecole hôtelière La Rizière, waar wij de enige gasten waren, viel de waterdruk weg en haperde ook de elektriciteit. We kregen een paar emmers warm en koud water om ons te wassen en voor het toilet. En aan tafel bediend worden door zeker 5 aanstaande obers, onverstaanbaar fluisterend van verlegenheid, maak je ook niet vaak mee en het eten was van goede kwaliteit.
Het bezoek aan de oude (boven)stad van Fianarantsoa was interessant, ook de wandeling in de omgeving zeer de moeite waard. Tijdens de maaltijd bij mensen thuis kregen we pas een goed idee hoe klein behuisd ze nu eigenlijk wonen en leven. De route terug liep door de rijstvelden, een paar dorpelingen liepen met een plank mee zodat we droog over bredere sloten kwamen en hun dijkjes niet per ongeluk vertrapten.
Op weg naar Isalo. Nu reden we warmere, drogere gebieden in. Onderweg zagen we inderdaad de grote kuddes zebu’s, die in ongeveer 5 weken naar Antananarivo lopen. Enorme uitgestrekte geelbruine vlakten, vaak was het gras al afgebrand in afwachting van de regen in oktober.
Satrana Lodge met tenthuizen in safaristijl, is een mooi verzorgd park, met ’s morgens en ’s avonds van 6 tot 10.00 uur elektriciteit. Wel krap voor het opladen van accu’s. Beter is dit vooraf in het programma te melden.
Twee lange wandelingen in het Isalo national Park, de ene dag werd vooral het landschap bekeken, de steenformaties en tombes van de Bara, hoog in de rotsen. Het was heet, 34° C. uiteindelijk en midden op de dag een hele opgave, met erg weinig schaduw. De volgende dag een wandeling door de Canyon des Makis, een mooie tocht in de koelte langs het water en goed te doen. Klimmen en klauteren langs de steile natte wanden van het canyon.
Tulear, onderweg het Zombitse park bezocht en het Antsokay Arboretum. Hotel Bakuba was heel apart, grappig ook, maar niet overal even praktisch. Het water van het douchen stond de andere ochtend nog tussen de grote kiezelstenen van de badkamervloer. Een ontbijt om 7 uur bleek onmogelijk, om kwart over 7 lieten we personeel binnen om ons ontbijt klaar te komen maken. Vertrokken daardoor later dan gepland.
Omdat gids/chauffeur Valentin de auto weer terug moest rijden naar Antananarivo bracht hij ons ook van Tulear naar Ifaty voor de laatste paar dagen strand. Dit was zo geregeld door de lokale agent.
In hotel La Mira de Madio Rano hadden we een leuk huisje in een prachtige tuin en goed eten maar verder was er weinig te beleven. Wat boottochtjes naar het rif of walvissen spotten, maar de walvissen waren er nu niet meer. Een wandeling bij laag water over het strand naar een levendig vissersdorpje iets noordelijk van het hotel is zeker de moeite waard. Er is daar ook een scheepswerfje voor pirogues, de vangst wordt aan wal gebracht, uitgezocht, vaak verkocht, het hele gezin helpt daarbij mee. Ook wordt veel zeewier “geoogst” en gedroogd.
De vlucht van Tulear naar Antananarivo werd vervroegd van 18.00 u naar 14.50 uur. We werden ruim op tijd gewaarschuwd en opgehaald.
Achteraf waren we blij dat we vaak 3 nachten op een plaats verbleven in plaats van maar 2 zoals in de oorspronkelijke programmaonderdelen. Dat zou voor ons een te inspannende reis zijn geworden, terwijl het nu goed te doen was. Ook Valentin zei dat dit beter te doen is voor hem, want ga maar eens uren rijden op de wegen daar, zijn het geen gaten in de weg, dan wel weigerachtige zebu’s, met zakken houtskool afgeladen fietsers of tegenliggers die niet uitkijken, tuktuks en wandelaars.
Wel werden problemen als opstoppingen in of bij dorpen en steden vriendelijk opgelost, zonder getoeter of geschreeuw. Ook bijzonder om te zien.
Minpunt: het fietsen in Antsirabe viel ons (60+ en geen offroad ervaring) tegen. Een tocht in de landelijke omgeving van de stad. Goede fietsen en 3 uur lang grotendeels off road. We hebben wel heel duidelijk gezegd dat wij nog nooit op dit soort fietsen hadden gereden. Dan is het toch jammer dat ze vergeten te zeggen dat je je broek moet oprollen ivm de open kettingkast. Gaven ze later ook toe. Op een mountainbike rijden is toch anders. Het op- en afstappen en een heel ander versnellingssysteem. Een derailleur mag best even goed uitgelegd worden. We reden wel een aparte, zeer stoffige tocht. Zeg maar rood stof met tegenliggers, veel voetgangers en ander verkeer. Misschien toch wat minder simpel voorstellen in uw programma en voor ouderen zonder offroad ervaring afraden.
We kunnen terugkijken op een mooie reis, zeker nu foto’s en filmpjes verwerkt zijn in onze MP4 presentatie.